Regeling voor post- en koeriersbedrijven

Een ondernemer is niet verplicht gebruik te maken van de invoerregeling. Als geen gebruik wordt gemaakt van de invoerregeling, is op het moment van invoer in de EU btw verschuldigd.

Doorgaans wordt deze btw bij invoer afgedragen door het post- of koeriersbedrijf dat de producten aan de consument levert. Het post- of koeriersbedrijf int deze btw op het moment van aflevering van de consument.

Om te voorkomen dat post- en koeriersbedrijven deze btw moeten voorfinancieren komt er per 1 juli 2021 een speciale regeling voor post- en koeriersbedrijven. Door gebruik te maken van deze regeling, mogen post- en koeriersbedrijven de btw afdragen via een aparte maandelijkse aangifte. Hierdoor kunnen zij eerst de verschuldigde btw innen bij de consument.

De regeling voor post- en koeriersbedrijven kan alleen worden gebruikt voor geïmporteerde goederen met een intrinsieke waarde van maximaal € 150.

Meer informatie? download hier onze whitepaper. Voor overige vragen over e-commerce kunt u  altijd direct contact opnemen met ons kantoor via 020 760 4500.

Invoerregeling (Import One Stop Shop)

Door gebruik te maken van de I-OSS wordt een consument niet bij ontvangst van zijn product verrast met te betalen btw. De ondernemer heeft de btw immers bij de verkoop al aan de consument in rekening gebracht.

De Invoerregeling en de hiermee corresponderende Import One Stop Shop (I-OSS) kan alleen gebruikt worden voor geïmporteerde goederen met een intrinsieke waarde van maximaal€ 150.

Door gebruik te maken van de invoerregeling wordt een consument niet verrast met btw bij ontvangst van zijn product. Daarnaast hoeft een ondernemer door de vrijstelling op het moment van invoer geen btw voor te financieren, als hij de partij is die de goederen invoert. Net zoals bij de OSS is gebruik van de invoerregeling niet verplicht.

De I-OSS melding staat los van de OSS-melding en moet maandelijks worden ingediend. De I-OSS kan gebruikt worden door zowel niet EU ondernemers als EU ondernemers. Als een niet EU ondernemer ervoor kiest om gebruik te maken van de invoerregeling, moet een vertegenwoordiger worden aangewezen. 

download hier onze whitepaper voor meer informatie. Voor overige vragen over e-commerce kunt u  altijd direct contact opnemen met ons kantoor via 020 760 4500.

Aangifte via de One Stop Shop

De huidige Mini One Stop Shop (MOSS) wordt uitgebreid tot de One Stop Shop (OSS). Onder de MOSS-regeling kunnen ondernemers de btw aangeven die verschuldigd is voor grensoverschrijdende digitale diensten aan consumenten.

De (nieuwe) OSS kan gebruikt worden voor:

Via de OSS kunnen ondernemers de btw die in verschillende EU-landen verschuldigd zijn via één OSS-melding in het land van vestiging aangeven en afdragen.

Het land van vestiging/ registratie van de ondernemer draagt vervolgens de door de ondernemer verschuldigde btw af aan de andere EU-landen.

De OSS-melding moet per kwartaal worden gedaan en staat los van de reguliere aangifte omzetbelasting. Via de OSS bestaat geen mogelijkheid om voorbelasting terug te vragen.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de OSS vervalt de verplichting om een factuur uit te reiken aan de consument. Een ondernemer is echter niet verplicht om gebruik te maken van de OSS. Als geen gebruik wordt gemaakt van de OSS, dient de ondernemer zich in alle EU-landen waar hij producten of digitale diensten levert te registreren voor de btw en daar btw af te dragen. Daarnaast is de ondernemer dan verplicht om een factuur uit te reiken aan de consument en te voldoen aan de in dat land geldende factuurvereisten.

Meer informatie? download hier onze whitepaper. Voor overige vragen over e-commerce kunt u  altijd direct contact opnemen met ons kantoor via 020 760 4500.

Platform­aansprakelijkheid

Wanneer een digitaal platform het voor ondernemers mogelijk maakt om via dit platform producten aan consumenten te verkopen, kan een digitaal platform aansprakelijk worden voor de afdracht van de btw.

Een digitaal platform wordt alleen aansprakelijk voor de btw als het platform een aandeel heeft in het verkoopproces aan de consument. Hiervan is al sprake als het digitale platform algemene voorwaarden vaststelt waar de consument akkoord mee moet gaan, invloed heeft op het facturerings- en betaalproces of enige betrokkenheid bij het verzenden van de goederen. Het versturen van een verzendbevestiging aan een consument wordt op dit moment bijvoorbeeld al gezien als voldoende voor een digitaal platform om aansprakelijk te worden voor de btw.

Een digitaal platform is alleen aansprakelijk voor de btw in de volgende twee gevallen:

  • Afstandsverkopen van geïmporteerde goederen met een intrinsieke waarde van maximaal€ 150. 
  • Afstandsverkopen van goederen die zich al in de EU bevinden, door niet EU ondernemers. 

Als een digitaal platform aansprakelijk is voor de btw bij afstandsverkopen dan zal sprake zijn van een fictieve B2B levering door de ondernemer aan het platform, gevolgd door een fictieve B2C levering door het platform aan de consument. De goederen worden hierbij direct geleverd door de ondernemer aan de consument.

De fictieve B2B levering is vrijgesteld van btw, met een recht op aftrek van voorbelasting. De fictieve B2C levering is belast met btw. Het digitale platform moet btw afdragen in de lidstaat van ontvangst door de consument.

download hier onze whitepaper voor meer informatie over dit onderwerp. Voor overige vragen kunt u altijd direct contact opnemen met ons kantoor via 020 760 4500.

Afschaffen van btw-vrijstelling voor kleine zendingen

De invoer van goederen door/ voor rekening van consumenten met een waarde tot en met € 22 is tot 1 juli 2021 vrijgesteld van btw. Consumenten kunnen op dit moment eenvoudig goederen bestellen uit een derde land (b.v. China). Als zij deze goederen invoeren en de waarde van deze goederen is € 22 of minder, dan is er geen btw verschuldigd bij de invoer.

De btw-vrijstelling voor kleine zendingen leidt op dit moment tot concurrentieverstoring tussen EU ondernemers en niet EU ondernemers. De laatste groep hoeft geen btw in rekening te brengen en kan haar producten daarom goedkoper aanbieden aan consumenten. Daarnaast loopt de EU door deze vrijstelling een aanzienlijk bedrag aan belastinginkomsten mis. Door afschaffing van deze vrijstelling hoopt de EU de concurrentieverstoring tegen te gaan en meer belastinginkomsten te genereren. 

Het vervallen van de vrijstelling kan ertoe leiden dat een consument bij het ontvangen van de goederen verrast wordt met verschuldigde btw. Om dit te voorkomen kunnen ondernemers per 1 juli 2021 gebruik maken van de invoerregeling, ook wel bekend als de Import One Stop Shop (I-OSS).

De werking van de I-OSS is hier Introductie van de invoerregeling (Import One Stop Shop) nader toegelicht.

De douanewetgeving verandert niet per 1 juli 2021. Hierdoor blijft de invoer van goederen met een waarde tot en met € 150 vrijgesteld van invoerrechten.

Meer informatie? download hier onze whitepaper.

Voor overige vragen kunt u altijd direct contact opnemen met ons kantoor.

Vervallen van de drempels voor afstandsverkopen

De huidige drempel voor afstandsverkopen geldt per EU-land. Lidstaten zijn vrij om zelf de hoogte van de drempel vast te stellen. De drempel schommelt daarom tussen € 35.000 en € 100.000.

Als de drempel die geldt in een EU-land in een kalenderjaar wordt overschreden is de ondernemer verplicht tot btw-registratie en betaling van btw in dat land. Een ondernemer is op dit moment niet verplicht om gebruik te maken van de drempels per lidstaat en kan er altijd voor kiezen om btw af te dragen en te betalen in het land waar de goederen door de consument worden ontvangen / het land van gebruik.

De verschillende drempels voor afstandsverkopen leiden ertoe dat ondernemers per EU-land moeten monitoren of de drempel in een bepaald land wordt overschreden en btw-registratie en afdracht vereist is. Dit brengt hoge administratieve lasten met zich mee. Daarnaast constateren ondernemers vaak te laat dat de drempel is overschreden waardoor ze niet tijdig aan hun btw-verplichtingen kunnen voldoen.

Per 1 juli 2021 vervalt de drempel voor afstandsverkopen per EU-land en komt hier één drempel van € 10.000 voor de levering van goederen en digitale diensten voor in de plaats. De nieuwe drempel van € 10.000 zorgt ervoor dat echt kleine ondernemers niet direct geraakt worden door de regels voor e-commerce.

Door het vervallen van de drempel, zal een ondernemer altijd btw moeten afdragen in het land waar de consument de goederen gebruikt. Om te voorkomen dat een ondernemer zich in verschillende EU-landen moet registreren voor de btw, wordt het mogelijk om de verschuldigde aangifte via een One Stop Shop te voldoen.

Over de werking van de One Stop Shop kunt u hier Aangifte via de One Stop Shop in het eigen land (in plaats van via buitenlandse registraties) meer lezen.

Wilt u meer informatie over dit onderwerp? download hier onze whitepaper. Voor overige vragen kunt u altijd direct contact opnemen met ons kantoor.

Sinds 1 juli: Nieuwe btw regels voor e-commerce

Het btw-stelsel is in alle lidstaten van de EU, gebaseerd op dezelfde uitgangspunten. Het doel van een btw is om de consumptie van consumenten te belasten. De ondernemer is hierbij degene die de belasting van de consument int en afdraagt. Btw is daarom als uitgangspunt verschuldigd in het EU-land waar de consument de goederen gebruikt.

Iedere ondernemer heeft in bepaalde mate te maken met btw. Per verkoop draagt een ondernemer een gedeelte van zijn omzet af aan de belastingdienst in de vorm van btw.   

Vroeger deden consumenten hun boodschappen en aankopen vooral lokaal. Door de digitalisering van de samenleving worden steeds meer aankopen online gedaan. Hierbij is het vaak ook zo dat een consument een product koopt van een ondernemer die in een andere lidstaat is gevestigd. De ondernemer wordt hierdoor verplicht om na te gaan in welk land hij btw moet voldoen.

Daarnaast neemt ook de invoer van producten door consumenten uit derde-landen (landen buiten de EU) sterk toe en worden er meer digitale diensten verricht aan consumenten in verschillende lidstaten.

De huidige btw-regels voor e-commerce zijn ingewikkeld en sluiten niet langer aan bij de steeds verder digitaliserende samenleving en vervaging van grenzen binnen de retail omgeving.  Vandaar dat de btw regels per 1 juli 2021 wijzigen. De wijzigingen zien alleen op verkopen aan consumenten (B2C). De regels voor B2B verkopen blijven in stand.

De belangrijkste wijzigingen zijn:

Voor meer informatie over deze onderwerpen, klikt u op de bovengenoemde onderwerpen of download hier onze whitepaper.

Voor overige vragen kunt u altijd direct contact opnemen met ons kantoor via 020 760 4500.

Nieuwe website

What is Lorem Ipsum?

Lorem Ipsum is simply dummy text of the printing and typesetting industry. Lorem Ipsum has been the industry’s standard dummy text ever since the 1500s, when an unknown printer took a galley of type and scrambled it to make a type specimen book. It has survived not only five centuries, but also the leap into electronic typesetting, remaining essentially unchanged. It was popularised in the 1960s with the release of Letraset sheets containing Lorem Ipsum passages, and more recently with desktop publishing software like Aldus PageMaker including versions of Lorem Ipsum.

Why do we use it?

It is a long established fact that a reader will be distracted by the readable content of a page when looking at its layout. The point of using Lorem Ipsum is that it has a more-or-less normal distribution of letters, as opposed to using ‘Content here, content here’, making it look like readable English. Many desktop publishing packages and web page editors now use Lorem Ipsum as their default model text, and a search for ‘lorem ipsum’ will uncover many web sites still in their infancy. Various versions have evolved over the years, sometimes by accident, sometimes on purpose (injected humour and the like).

E-commerce – Online sales in the EU

In het ‘oude’ normaal deden we onze boodschappen en aankopen al steeds meer online, maar het jaar 2020 heeft een nog grotere boost gegeven aan online verkopen. We kopen hierdoor niet alleen veel vaker direct van producenten (verspreid over de hele wereld), maar we doen ook veel van deze aankopen via relatief nieuwe marktpartijen die bekend staan als platforms. Niet alleen de consument heeft hierdoor een veel groter aanbod, maar leveranciers en producenten bereiken door deze e-commerce markt ook snel een veel grotere doelgroep. Deze nieuwe werkelijkheid zorgt niet alleen voor logistieke, maar ook voor fiscale uitdagingen.

Vroeger liep een consument naar de winkel op de hoek van de straat en kocht je wat de winkelier te bieden had, maar met de wereld in onze broekzak doen we tegenwoordig eenvoudig aankopen bij leveranciers verspreid over de hele wereld. Elke winkelier draagt per verkoop een gedeelte van zijn omzet af aan de belastingdienst in de vorm van btw.

In de oude situatie weet de verkoper eenvoudig aan welke belastingdienst hij die btw moet betalen, omdat hij fysiek vanuit en in Nederland verkoopt. In de online wereld krijgt een verkoper al snel fiscale verplichtingen in het buitenland, omdat een van de basisprincipes van een btw is dat de btw daar moet drukken waar consumptie plaatsvindt. De verkoper moet daarom btw betalen in het land waar het product gebruikt word en doorgaans wordt daarom uitgegaan van btw-heffing in het land waar de producten naartoe gezonden worden of btw-heffing (bij diensten) daar waar een consument is gevestigd.

Vanaf 1 juli 2021 gaan er nieuwe regels gelden met als doel om deze btw-betaling aan verschillende EU lidstaten eenvoudiger te maken. Hieronder een kort overzicht van de wijzigingen die u staan te wachten, uiteraard staat VanLoman klaar om u verder door deze regels te loodsen.

Drempelbedragen voor afstandsverkopen zullen verdwijnen

Sinds 1 juli 2021 geldt vrijwel altijd dat verkopen aan een particuliere afnemer buiten Nederland, de Nederlandse leverancier toch btw in het andere EU-land zal moeten berekenen en afdragen. Onder de huidige regels gelden nog vrij ruime drempelbedragen die ervoor zorgen dat btw-registraties en verantwoording van buitenlandse btw pas nodig is als de drempelbedragen worden overschreven. Een drempelbedrag blijft wel bestaan, maar die wordt slecht 10.000 euro (substantieel lager dan de huidige drempelbedragen die per EU-land nu nog verschillen).

Dit drempelbedrag geldt voor alle afstandsverkopen van goederen samen met de verkoop van digitale diensten aan consumenten in de EU. Als je totaalbedrag aan verkopen in afzonderlijke EU-landen jaarlijks onder de 10.000 euro blijft, mag je Nederlandse webshop Nederlandse btw in rekening blijven brengen. Met als randvoorwaarden dat het transport van de zending in Nederland begint en dat je een vestiging in een EU-land hebt.

Vanaf het moment dat je boven het drempelbedrag van 10.000 euro komt, breng je het btw-tarief in rekening van het EU-land waar je klant gevestigd is. Je doet een lokale btw-aangifte in het betreffende land (via een lokale btw-registratie). Of je gebruikt een vereenvoudigde btw-aangifte.

De btw-vrijstelling voor invoer van zendingen met een geringe waarde (EUR 22) vervalt

Bij invoer van goederen in de EU geldt nu een btw-vrijstelling voor invoer-btw op zendingen met een waarde tot en met 22 euro. Deze vrijstelling vervalt, waardoor over alle zendingen (ook van buiten de EU) btw verschuldigd is in het land van aankomst van de goederen bij de particuliere afnemer. Zendingen met een waarde tot en met 150 euro blijven wel vrijgesteld van invoerrechten.

Platforms met een “actieve rol” worden verantwoordelijk voor btw-afdracht

Elke verkoper van producten is als uitgangspunt zelf verantwoordelijk voor de hiervoor beschreven btw-afdracht over zijn verkopen. In de nieuwe btw-regels kunnen platforms echter ook verantwoordelijk worden voor deze btw-afdracht als het platform een actieve rol vervult in de totstandkoming van de verkoop. Een actieve rol is meer dan alleen digitaal vraag en aanbod bij elkaar brengen. Het platform ondersteunt aankoop en levering van producten aan particuliere klanten en is daardoor btw verschuldigd in het land waar de klant woont. Verder geldt dat:

  • Een leverancier via het platform goederen levert aan consumenten in de EU.
  • De waarde van de goederen maximaal 150 euro is.
  • De goederen worden ingevoerd in de EU.

Is de waarde van de zending boven de 150 euro, dan is het platform ook btw verschuldigd wanneer zij de levering aan een consument door een niet in de EU gevestigde ondernemer faciliteert en de goederen van de ene EU-lidstaat naar een consument in een andere lidstaat gaan.

Voor platforms is het dus extra belangrijk om na te gaan wat hun rol in het verkooptraject is. Niet alleen algemene voorwaarden, maar ook de “customer journey” speelt hierbij een belangrijk rol. VanLoman praat u hier uiteraard graag verder over bij om te bepalen wat precies uw eigen verplichtingen zijn.

Vereenvoudigde btw-aangifte

Met deze regels wordt er ook een vereenvoudigde btw-aangifte geïntroduceerd die ervoor zorgt dat niet voor elke levering naar het buitenland direct ook een buitenlandse btw-registratie nodig is. We kennen een dergelijk systeem ook al voor digitale diensten; de Mini One Stop Shop-regeling, ook MOSS-regeling genoemd. Die regeling wordt uitgebreid en heet na de wetswijziging One Stop Shop (OSS). Kom je met beide leveringen, digitale diensten en goederen, boven het drempelbedrag uit van 10.000 euro, dan verzorg je via dit portaal je aangifte.

Vanaf 1 juli 2021 kan een ondernemer dus voor verkopen van diensten, maar ook voor goederenleveringen de in andere EU-landen verschuldigde btw via de OSS-portal van de Nederlandse Belastingdienst aangeven. Je hebt dan geen btw-registratie in andere EU-landen nodig. De Nederlandse Belastingdienst regelt dat via het OSS-portal aangegeven btw-bedragen bij het juiste EU-land terechtkomen. Let er wel op dat je de Nederlandse OSS alleen kunt gebruiken voor verkopen vanuit Nederlands, eventuele buitenlandse voorraden / magazijnen vallen hier buiten. Voor leveringen vanuit dergelijke locaties is waarschijnlijk alsnog een lokale btw-registratie nodig is.

Voor meer informatie download u hier onze whitepaper.

Voor overige vragen over e-commerce kunt u  altijd direct contact opnemen met ons kantoor via 020 760 4500.

Bedrijfscontinuïteit en het coronavirus

Het coronavirus (COVID-19) beheerst op dit moment ons persoonlijke leven, maar ook op financieel economisch vlak heeft het virus een ongekende impact. Organisaties worden wereldwijd hard geraakt door de onzekerheden en door de impact van maatregelen die in het leven zijn geroepen om de snelle verspreiding van het virus te beperken.

De Nederlandse overheid heeft gedurende het jaar veel regelingen geïntroduceerd die uw bedrijf op financieel economisch vlak kunnen ondersteunen. De specialisten van VanLoman zijn op de hoogte van alle regelingen en helpen uw graag verder om de juiste regelingen voor uw onderneming toe te passen.

Cashflow management

In tijden van financiële crisis is cashflowmanagement belangrijker dan ooit. Goed kijken naar uw inkomsten- en uitgavenpatroon kan de grip op uw liquiditeitspositie substantieel verbeteren. Bij VanLoman helpen wij cliënten meer grip te krijgen op de betalingen van verschuldigde belastingen en zorgen voor tijdige teruggave van eerder betaalde belastingen.

Door rekening te houden met de financiële impact van COVID-19 kan worden nagedacht over het aanpassen van interne verrekenprijzen (transfer pricing). Als duidelijk is wat de financiële impact voor uw bedrijf is dit jaar, kan daarnaast het belastbaar bedrag op de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting worden verlaagd.

Maar ook slim gebruikmaken van verliesverrekening kan uw onderneming positieve cashflow opleveren. Als dit jaar bijvoorbeeld verlies wordt gemaakt, dan kan dat verlies worden verrekend met een winst van het vorige jaar. Snel indienen van de aangifte vennootschapsbelasting kan dan raadzaam zijn, waardoor onder voorwaarden direct na indiening van die aangifte een bedrag aan eerder betaalde vennootschapsbelasting wordt teruggegeven.

Ook op het vlak van de btw zijn er mogelijkheden om uw cashflowpositie te verbeteren. Kosten lopen door, terwijl de omzet soms terugvalt. Hierdoor komen meer bedrijven in een (structurele) btw-teruggaafpositie. Als uw onderneming altijd btw op haar aangiften terugvraagt kan het nuttig zijn om maandelijks btw-aangiften te doen (in plaats van per kwartaal). Op die manier krijgt de onderneming deze teruggaven eerder van de Belastingdienst teruggestort. Een andere manier om sneller te profiteren van een btw-teruggaafpositie bestaat in de mogelijkheid om btw met loonheffingen te verrekenen. De btw-teruggaafpositie verlaagt dan het te betalen bedrag aan loonheffingen, met direct een positief effect op uw cashflow.

NOW regeling

De tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) is er gekomen om werkgevers die door de coronacrisis te maken hebben met omzetverlies tegemoet te komen. De NOW kent drie verschillende aanvraagperioden (ook wel NOW 1.0, NOW 2.0 en NOW3.0 genoemd) die elk hun eigen regels en gevolgen kennen. VanLoman loodst u door deze wirwar van regels heen, zodat u zich kunt blijven focussen op uw onderneming.

De overige coronamaatregelen waar de experts van VanLoman regelmatig op adviseren zijn:

  • Tijdelijke verlaging invorderingsrente en belastingrente
  • Versoepeling van het urencriterium
  • Geen btw over de verkoop van mondkapjes vanaf 25 mei
  • Verruiming vrije ruimte
  • Betalingsverzuimboetes worden onder voorwaarden vernietigd
  • Deblokkeren en uitwinnen g-rekening
  • Reisbeperkingen en substancevereisten

Wilt u graag nog meer informatie? download hier onze whitepaper.

Voor overige vragen kunt u altijd direct contact opnemen met ons kantoor via 020 760 4500.