Grondslag eindheffing van 75% over vertrekvergoedingen mogelijk uitgebreid

Werkgevers zijn onder bepaalde voorwaarden een belastingheffing van 75% verschuldigd over het loon van een werknemer met wie de dienstbetrekking wordt beëindigd. Recent heeft Advocaat-Generaal (A-G) Pauwels een conclusie gepubliceerd over de uitleg van het loonbegrip bij de toepassing van de regeling excessieve vertrekvergoedingen.

De kernvraag is of vergoedingen die als eindheffingsbestanddeel onder de werkkostenregeling (WKR) zijn aangewezen – en vervolgens gericht zijn vrijgesteld of ten laste van de vrije ruimte komen – tot het loonbegrip behoren voor deze regeling. A-G Pauwels beantwoordt deze vraag bevestigend.

Pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoeding

Om excessieve vertrekvergoedingen te ontmoedigen, introduceerde de wetgever in 2008 een regeling waarmee werkgevers een pseudo-eindheffing betalen over vertrekvergoedingen die als excessief kwalificeren.

De regeling geldt als het loon van de vertrekkende werknemer in het tweede voorafgaande jaar (t-2) minimaal € 680.000 bedroeg (2025). Vervolgens wordt berekend of de vertrekvergoeding als excessief wordt aangemerkt door het loon in het jaar van vertrek (t) en het jaar ervoor (t-1) te vergelijken met t-2.

Over het excessieve deel van de vergoeding is de werkgever een pseudo-eindheffing van 75% verschuldigd, naast de reguliere loonheffing bij de werknemer.

De casus

Een recente zaak draait om een werknemer die vanuit het buitenland is aangeworven en tijdens zijn gehele dienstverband gebruikmaakt van de 30%-regeling. Bij beëindiging van zijn dienstverband ontvangt hij een vertrekvergoeding waarop de pseudo-eindheffing van 75% van toepassing is.

De vraag is of vrijgestelde vergoedingen onder de WKR meetellen bij de berekening van het loon voor de regeling excessieve vertrekvergoedingen.

In tegenstelling tot de rechtbank en het hof concludeert A-G Pauwels dat ook een eindheffingsbestanddeel onder de WKR tot het loonbegrip behoort, zelfs als er een gerichte vrijstelling van toepassing is of het bedrag ten laste van de vrije ruimte komt.

Belang voor de praktijk

Het oordeel van de Hoge Raad kan grote gevolgen hebben voor de praktijk.

Als de Hoge Raad het standpunt van A-G Pauwels volgt, zullen werknemers sneller het drempelbedrag van € 680.000 bereiken en zal de regeling excessieve vertrekvergoedingen vaker van toepassing zijn. Werkgevers doen er dan goed aan om de exacte gevolgen van deze regeling te analyseren en te beoordelen of er manieren zijn om de pseudo-eindheffing te voorkomen.

Zodra de Hoge Raad uitspraak doet, zullen wij u nader informeren. Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem gerust contact met ons op.

Middel 1 Terug naar insights