In het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021, het zogenoemde Kerstarrest, is beslist dat het box 3-stelsel in bepaalde gevallen in strijd is met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Voor die situaties heeft de Hoge Raad beslist dat herstel dient plaats te vinden. Als gevolg hiervan is de Wet rechtsherstel box 3 ingevoerd op basis waarvan over de jaren 2017 tot en met 2022 het box 3-inkomen wordt berekend volgens de forfaitaire spaarvariant. Op dit moment lopen er meerdere cassatieprocedures bij de Hoge Raad waarin de vraag centraal staat of deze forfaitaire spaarvariant voldoende in lijn is met het Kerstarrest. De uitkomst van deze procedures kan van belang zijn voor de vaststelling van de aanslagen inkomstenbelasting met box 3-inkomen dat uit meer bestaat dan banktegoeden.
De Staatssecretaris van Financiën Van Rij heeft in een kamerbrief van 20 april jl. aan de Tweede Kamer kenbaar gemaakt dat het afhandelen van bewaarschriften en het opleggen van de definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2021 en 2022 wordt aangehouden totdat de Hoge Raad duidelijkheid heeft gegeven.
Lopende bezwaarschriften box 3 worden aangehouden
Ten aanzien van de lopende bezwaarprocedures over box 3 houdt de Belastingdienst de reeds ingediende en eventueel nog in te dienen bezwaarschriften tegen definitieve aanslagen 2021 (en de voorgaande jaren t/m 2017) aan totdat de Hoge Raad meer duidelijkheid zal geven in enkele lopende procedures over de vraag of het rechtsherstel box 3 op de juiste wijze uitvoering geeft aan het Kerstarrest. De bezwaarschriften zullen daarna in lijn met deze arresten worden afgehandeld. Het aanhouden van de bezwaarschriften betekent dat u als belastingplichtige op dit moment geen uitspraak op uw ingediende bezwaarschrift krijgt. Het voordeel van deze werkwijze is dat u als belastingplichtige voorlopig geen afwijzing van het bezwaar ontvangt en dus ook nog niet in beroep hoeft te gaan om uw rechten veilig te stellen.
Definitieve aanslagen 2021 en 2022
Om bezwaarschriften tegen definitieve aanslagen 2021 en 2022 te voorkomen worden door de Belastingdienst ook geen definitieve aanslagen inkomstenbelasting (als niet volledig sprake is van banktegoeden) opgelegd totdat de Hoge Raad meer duidelijkheid heeft gegeven in de lopende procedures. De definitieve aanslagen zullen nadat de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan in de lopende procedures alsnog worden opgelegd. Daarbij wordt dan rekening gehouden met de uitkomst van de procedures. Door deze werkwijze wordt het aantal bezwaarschriften de komende tijd beperkt, waardoor veel druk bij u als belastingplichtige, fiscaal dienstverleners en de Belastingdienst wordt weggenomen. Mocht u toch een definitieve aanslag over de belastingjaren 2021 of 2022 ontvangen met box 3-inkomen dat uit meer bestaat dan banktegoeden dan dient hiertegen tijdig een bezwaarschrift te worden ingediend indien u het niet eens bent met de aanslag.
Let op: Het bovenstaande geldt alleen voor de belastingjaren 2021 en 2022, dus niet voor oudere jaren. De definitieve aanslagen tot en met 2020 worden dus wel op de gebruikelijke wijze opgelegd. Daartegen kan het aantekenen van bezwaar door u dus zinvol zijn. Het is helaas nog niet bekend wanneer de Hoge Raad meer duidelijkheid zal geven in de lopende procedures. Zodra er op dit vlak ontwikkelingen zijn brengen wij u uiteraard op de hoogte. Indien u vragen heeft of u afvraagt wat bovenstaande betekent voor uw situatie, neemt u dan contact met ons op.